Golf woordenboek
@
- Ace
- De ultieme slag in het golfspel, een hole dat in 1 keer wordt gemaakt.
- Albatros
- Drie onder Par.
- Bag Rat
- Golf-dialect voor Caddie.
- Bewogen Bal
- Engels: Ball Deemed to Move. Een bal wordt als bewogen beschouwd wanneer hij zijn ligplaats verlaat en op een andere plaats komt te liggen.
- Bird Nest
- Wanneer je bal in dikke rough terecht komt en als een ei in het hoge gras ligt.
- Birdie
- Het spelen van een hole in één slag minder dan par.
- Bogey
- Een hole gemaakt in 1 slag boven par. Een double-bogey is een hole gemaakt in twee slagen boven par, enz.
- Bunker
- Ook wel een zandkuil. Dit is een hindernis op de golfbaan. De hindernissen vormen de grenzen van een weg die de speler moet volgen.
- Caddie
- Degene die de golfclubs van de speler draagt.
- Chip
- Een slag (meestal over kortere afstand) waarbij de rol veel verder is dan de vlucht (carry).
- Chop
- Neerslaan op de bal met weinig tot vrijwel geen swing.
- Club
- Vereniging. Een club is een Golfvereniging, die als lid is aangesloten bij de NGF en een goedgekeurde Regelcommissie heeft.
- Cross-Bunker
- Een bunker die dwars over de fairway ligt.
- Cut
- "De first cut". Het kortst gemaaide stuk gras naast de fairway of rond de green.
- Dance Floor
- Wanneer de bal op de green ligt.
- Deuce
- Een Amerikaanse uitdrukking: een hole doen in twee slagen.
- Ditch
- Een greppel. Of er water instaat of niet, volgens de Regels is het een hindernis.
- Downhill lie
- Je staat op een helling en de bal ligt lager dan je voeten.
- Draw
- De spin die aan de bal wordt gegeven, zodat hij zich verplaatst van rechts naar links.
- Face
- Het slagvlak.
- Fade
- De spin die aan de bal wordt gegeven zodat hij zich geleidelijk verplaatst van links naar rechts.
- Fairway
- Het gemaaide gedeelte van de golfbaan tussen de tee en de green.
- Foursome
- Golfspel met teams van telkens twee spelers. In plaats van met hun eigen bal te spelen, zoals bij better-ball, spelen de partners om beurten met dezelfde bal en naar verschillende holes.
- Free Drop
- Onder bepaalde voorwaarden mag een speler de bal droppen (over de schouder laten vallen) zonder strafslag. Als u twijvelt, raadpleeg dan de spelregels.
- Free-Golf
- Door de speciaal ontwikkelde golfbal die ruwweg de helft van de afstand aflegt is het mogelijk op een kwart van de gebruikelijke oppervlakte van 60 ha een volwaardige 18-holes Free Golfbaan aan te leggen. Dus ruimte- en tijdbesparend.
- Green
- Elk putting-oppervlak van het terrein.
- Grip (greep)
- De plaatsing van de handen op de stok; ook het bovenste gedeelte van de stok waar de handen worden geplaatst, gewoonlijk uitgevoerd in rubber of leder.
- GUR
- Ground Under Repair.
- Handicap
- Cijfer dat aan elke speler wordt toegekend en dat het gemiddelde verschil aangeeft tussen zijn score en de par van de golfbaan.
- Hanging Lie
- Een bal die op een hellend vlak ligt.
- Hazard (hindernis)
- Een bunker, greppel, stroom of vijver.
- Hole
- Het doelwit op de green waar de bal tenslotte in gespeeld moet worden. De hole heeft een doorsnede 4,5 inch (11,25 cm.) Ook de benaming voor de hele afstand tussen de tee en de green.
- Holing-Out (een hole maken)
- De bal in de hole slaan.
- Hook
- Een slag die in de vlucht sterk afwijkt van rechts naar links.
- Hosel
- De plaats waar de steel van de club in de kop is bevestigd.
- Ladies Tee
- De tee die voor vrouwelijke golfspelers wordt gebruikt, meestal een heel stuk dichter bij die van de mannen.
- Lateral Water Hazard
- Een greppel of stroom die, gezien vanaf de fairway, evenwijdig aan een hole loopt i.p.v. dwars erop.
- Loft
- De hellingshoek van het clubblad t.o.v. het verticale vlak. IJzer 3 heeft ca. 20 graden, pitching wedge heeft ca. 48 graden.
- Lost Ball
- De spelers mogen vijf minuten naar een zoekgeraakte bal zoeken; is die tijd verstreken, dan moeten ze de bal als verloren beschouwen en volgens de spelregels met een andere bal spelen.
- Medal-Play
- Spel, waarbij de speler het totaal aantal slagen telt tijdens de wedstrijd. Ook Stroke-Play genoemd.
- Obstructions
- Voorwerpen, beweegbaar of niet, die het uitvoeren van een slag beletten.
- Outside Agency
- Ieder persoon of dier die/ dat geen deel uitmaakt van het spel en het spelen van de bal belemmert.
- Par (Baan)
- Het aantal slagen wat een scratch speler nodig heeft voor de standaard score van een gehele golfbaan, gebaseerd op twee putts. "De par van de baan". Vaak uitgelegd als afkorting van "professional average result".
- Par (Hole)
- Het aantal slagen wat een scratch speler nodig heeft voor de standaard score van een hole, gebaseerd op twee putts. "De par van de hole". Vaak uitgelegd als afkorting van "professional average result".
- Penalty
- Wanneer een slag buiten de grenzen van het terrein belandt of op een plaats vanwaar de bal onbespeelbaar is, of wanneer hij zoek raakt, loopt de speler volgens de regels van het spel een penalty op. Penalties zijn ook voorzien bij overtreding van de spelregels.
- Pitch
- Korte hoge slag, gespeeld met een club met veel loft. Zie ook 'chip'.
- Push
- Een slag die direct naar links vliegt zonder slice spin; een bal direct naar rechts slaan zonder slice spin.
- Putt
- De slag op de green en waarvoor men een putter gebruikt.
- Round (wedstrijd)
- Het afwerken van alle - meestal 18 - holes op de golfbaan.
- Short Game
- 'Het korte spel'; Dat deel van het spel wat vlakbij de green wordt gespeeld. Bunkerschoten, Putten, Chippen, Pitchen en alle variaties daarop.
- Slice
- Een slag die bij zijn vlucht sterk afwijkt van links naar rechts.
- Snipe
- Een gehookte bal die snel op de grond komt.
- Stroke (slag)
- Het slaan van de bal.
- Stroke-Play
- Zie Medal-Play.
- Target Line
- Een denkbeeldige rechte lijn getrokken vanachter de bal, door de bal en naar het doel.
- Tee-Markers
- Metalen of plastic voorwerpen die worden gebruikt om de voorste grenzen van de tee aan te duiden.
- Tie
- Een gelijke score aan het einde van een wedstrijd, 'they tied'.
- Tight Game
- Een wedstrijd die pijna in par wordt gespeeld.
- Waarnemer
- Engels: observer. Iemand die door de Commissie is aangesteld om een referee bij te staan bij het nemen van beslissingen in kwesties van feitelijke aard en om hem elke overtreding van een Regel te melden.
- Wedge
- Een stok (ijzer, club, iron) met veel loft (48 graden of meer), gebruikt voor korte slagen.
- Wrist Shot
- Een swing waarbij verreweg de meeste kracht en snelheid wordt gehaald uit de polsactie (vrijwel geen bovenlichaam rotatie).
- Yardage Rating
- De moeilijkheid(sgraad) van een hole welke alleen gebaseerd is op de lengte van die hole.
begin van de pagina
Golfclub Burg Zievel, Mechernich, Duitsland
Ring of Kerry, Ierland